Klokgebruiken in kloosters en abdijen
Het luiden van klokken is een praktijk die door de eeuwen heen heel wat continuïteit heeft gekend, maar die ook is geëvolueerd. Klokken luiden neemt een belangrijke plaats in, in het dagelijks leven van kloosters en abdijen. Klokken markeren het dagritme in een religieuze gemeenschap of luiden om bijzondere gebeurtenissen aan te kondigen. Zo worden klokken bijvoorbeeld geluid om belangrijke momenten in de dag aan te duiden zoals het angelus, het getijdengebed of de gemeenschappelijke maaltijd. Tijdens de Goede Week, na het gloria tijdens de misviering van Witte Donderdag tot aan het gloria tijdens de paaswake, zwijgen de klokken ten teken van rouw en wordt een ratel gebruikt om de tijd aan te geven.
Tegenwoordig verschillen de klokgebruiken van klooster tot klooster. Sommige gemeenschappen kiezen voor automatisch luiden, terwijl andere zo veel mogelijk handmatig proberen te blijven luiden met het behulp van het luidtouw. Het behoud van het manueel luiden (wat soms tot een vermindering van de frequentie van het luiden leidt) staat daarbij tegenover het automatisch luiden (wat een hogere luidfrequentie toelaat). Meestal wordt er geluid om de verschillende onderdelen van het getijdengebed of goddelijk officie aan te kondigen. Contemplatieve gemeenschappen bidden metten, lauden, terts, sext, noon, vespers en completen en voor elk van deze getijden wordt er geluid. Actieve of apostolische congregaties bidden minder getijden of concentreren meerdere getijden in één gebedstijd.
Ook wordt er geluid om de maaltijd of recreatie aan te kondigen. Bij het overlijden van een medezuster of -broeder wordt in sommige gemeenschappen de doodsklok geluid.
Enkele kloosters en abdijen gebruiken de klokken niet enkel voor religieuze doeleinden, maar luiden ook bij andere gelegenheden, zoals een oproep tot vrede of om tijdens de coronaperiode steun te betuigen aan wie in de zorg werkt.
Het onderscheid tussen de verschillende kloksignalen ontstaat door een combinatie van de klank van de klok, de manier van luiden en de timing.
De kennis en vaardigheden die nodig zijn om de klokken te luiden worden van generatie op generatie doorgegeven. Tijdens het noviciaat leren de jonge religieuzen van hun oudere medebroeders of -zusters alle aspecten van het klokken luiden.
*Deze tekst kwam tot stand in samenwerking met Campanae Lovaniensis.