Labo Collectieplanning - Proeftuin Jenevermuseum
Deze pagina maakt deel uit van de 'levende publicatie' van het project 'Plannen voor de toekomst: ICE (in)begrepen' (2021-2023) en wordt dus regelmatig geüpdatet! Scroll dus zeker ook naar beneden om de laatste ontwikkelingen te bekijken!
Maar misschien eerst even beginnen bij het begin.
Als partner en proeftuin wilden we in eerste instantie vooral de immaterieel cultureelerfgoedelementen die ons museum de afgelopen jaren geïnventariseerd had - via projecten als ‘Iedereen Jeneverbaron’ (tradities, drinkrituelen recepturen, persoonlijke jeneverervaringen, …) en via ons ‘meester-leerling-traject’ (19de-eeuwse stoomstooktechnieken) - analyseren en vooral onderzoeken of en hoe we ze konden registreren. Liefst volgens algemeen aanvaarde standaarden en liefst met de mogelijkheid om deze elementen te implementeren in het collectieregistratiesysteem waarin ook onze ‘roerende’ objecten worden geregistreerd (Adlib/Axiell Collections). Voorts hadden we graag op basis van die analyse tot een uitgewerkte visie gekomen op immaterieel erfgoed in onze museumwerking in het algemeen en in ons collectiemanagement in het bijzonder.
Zou dat wel goed komen? Waren we niet te ambitieus? Ja, dat kwam goed. En neen, je kan nooit ambitieus genoeg zijn.
Het project ICE (in)begrepen in musea werd immers gedragen en van heel dichtbij gevolgd door het ‘Lerend Netwerk’. Dat Lerend Netwerk van collega’s uit de museum- en bredere erfgoedsector reikte zeer veel ideeën en suggesties aan voor de problematieken en andersoortige issues die wij tijdens onze ‘proeftuinsessies’ op de in dit geval virtuele tafel gooiden.
En laat nu net ‘Eentje om bij te leren’ de baseline zijn van ons museum. Het Jenevermuseum zat dus zeker op zijn plaats in dit project. Want bijleren dat zouden we!
De proeftuin in context
Het Jenevermuseum kan gezien worden als een thematisch, regionaal museum. Het werd in 1981 door vrijwilligers opgericht om de kunde en kennis van het 19de-eeuwse stoomstoken van jenever te behouden en over te dragen naar de volgende generaties. Naast aandacht voor de ambachtelijke technieken en smaken, werkt het museum ook samen met lokale erfgoedgemeenschappen om allerlei tradities rond het consumeren van jenever vast te leggen (zie bovenstaande projecten). Deze helpen de stoomstook van jenever én het consumeren ervan, zowel vroeger als nu, te contextualiseren. Het museum heeft dus een natuurlijk gegroeide werking met immaterieel cultureel erfgoed, ook wel levend erfgoed genoemd.
Het voelt dus voor het museum heel normaal aan om erfgoedgemeenschappen te betrekken bij haar werking. Maar hoe schrijf je deze nauwe samenwerking in het collectiebeleidsplan? Hoe maak je in een gestructureerd plan plaats voor de dynamiek die daarmee samengaat? Hoe deelt een museum zoiets natuurlijk op in stappen, doelstellingen en beoogde resultaten? Het Jenevermuseum nam het Lerend Netwerk mee in haar gedachtengang over hoe het hiermee aan de slag kon gaan en deelde uitdagingen, drempels en twijfels.
Eén van deze drempels was het registreren van immaterieel cultureelerfgoedelementen in de bestaande collectieregistratiesystemen. Het Jenevermuseum beschikt over een arsenaal aan foto's, video's en verhalen die de kennis en praktijken rond het immaterieel jenevererfgoed vastleggen. Maar toch kon het museum deze zaken niet tot de collectie rekenen omdat de collectieregistratiesystemen voorhanden dit niet toelaten. Het jenevermuseum leverde op deze manier een casus aan die gebruikt werd tijdens de Testcase Digitaal Registeren.
Door de analyse van zowel de eigen werking, als het registreren van sporen van immaterieel cultureel erfgoed, wilde het Jenevermuseum tot een nieuwe visie van een immaterieel cultureelerfgoedwerking komen.
Lees hieronder verder hoe het Jenevermuseum hiermee aan de slag ging.
"Met foto’s, een video, een schriftelijke neerslag? En wat dan met de fysieke (erfgoed)objecten die hij daarbij nodig heeft?” Of ook: “Hoe registreer je de traditie om de postbode na Nieuwjaar een borrel te schenken? Meer nog: is dit wel een immateriële traditie of eerder een niet-tastbare traditie want vandaag stricto sensu niet langer in gebruik om diverse redenen?”
Dit soort vragen vormden de basis voor onze allereerste proeftuinsessie. Het is bijzonder interessant om met collega’s uit andere, soms gelijkaardige musea te discussiëren over de registratiemethodieken. Vinden zij onze aanpak aanvaardbaar? Hoe doen zij het? Welke rol spelen de erfgoedgemeenschappen hierin? Er kwamen bergen suggesties en ideeën, zeker niet altijd eenduidige oplossingen maar alleszins bakken vol inspiratie en vaak ook concrete handvatten om verder mee aan de slag te gaan. Voor deze items rond de borging en specifieke registratie van immateriële jeneverpraktijken werkte zeker ook de workshop van Meemoo erg inspirerend. De workshop bracht deze zeer bruikbare denkpistes op, die weliswaar voor verdere interne reflectie en discussie zorgden.
Beeld: Meesterstoker Steven deelt live een deel van het stoomstookproces met de deelnemers van het Lerend Netwerk. (foto Davy Jacobs)
- De workshop van Meemoo en de verrijkende inzichten van de collega’s van het lerend netwerk zorgden er zeker voor dat we een kader kunnen creëren waarbinnen we de immateriële jeneverpraktijken kunnen registreren, al dan niet geïmplementeerd in ons huidige collectieregistratiesysteem.
- En met een nieuw beleidsplanningsproject in het vooruitzicht kunnen we nu al met zekerheid stellen dat het Jenevermuseum zijn ‘immateriële collecties’ op dezelfde voet zal proberen te behandelen als zijn ‘roerende collecties’.
- De museale basisfuncties zullen toegespitst worden op alle soorten erfgoed waarbij de mogelijkheid blijft om een wisselende klemtoon te leggen op roerend dan wel immaterieel erfgoed. In die zin kiest het Jenevermuseum resoluut voor een integrale erfgoedbenadering met de UNESCO-conventie als verantwoordingskader voor zowel weloverwogen beleidskeuzes als voor heel concrete collectie- en publieksgerichte acties.
Tijdens de beleidsperiode 2024-2028 gaat het Jenevermuseum resoluut voor ‘jenevervakmanschap’.
Duurzaam vakmanschap, zowel vóór als achter de schermen, vormt dan ook de rode draad doorheen het beleidsplan van het Jenevermuseum. Het is als het ware de verbindende kracht van de vier solide pijlers waarop het museum zijn werking futureproof wil uitbouwen. Naast samenwerking bij voorkeur participatief, een doorstart van de digitalisering van zijn collectie- en publieksmanagement en een doorgedreven branding van het museum en zijn werking zelf vormt het immaterieel jenevererfgoed één van die vier pijlers of fundamentele bouwstenen.
Dit heeft op het vlak van verzamelen & herkennen, bewaren & borgen en onderzoeken een aantal algemene maar ook heel wat concrete acties als gevolg. Die acties zullen doorgaans via participatie met verschillende partners en gemeenschappen tot stand komen én een publieksgerichte uitwerking kennen.
Op ons jenevervakmanschap!
Klik op de afbeelding hierboven om de beleidsprioriteiten en acties te weten te komen!
Wordt vervolgd...