9x afscheid nemen

2 november 2024

Afscheid is een onlosmakelijk deel van het leven. Daarbij vallen we vaak terug op rituelen en gebruiken die troost bieden bij rouw en verlies. Hoe universeel afscheid nemen ook is, de specifieke afscheidsrituelen krijgen hun eigen kleur door levensbeschouwing en  geloofsgemeenschap, worden persoonlijk ingevuld en veranderen doorheen de tijd en culturele context. Ze gaan van een kaarsje branden, een rouwmaaltijd na de afscheidsplechtigheid, tot de verzorging van het lichaam, de rouwperiode en samen zingen.

Intieme momenten zijn vaak niet zichtbaar. Zo vinden afscheidsrituelen dikwijls plaats in beperkte kring. Het project Tijd Voor Afscheid trok naar verschillende geloofsgemeenschappen in Brugge en biedt een rijke inkijk in hoe we afscheid nemen, vieren en beleven in andere religies en levensbeschouwingen. En welke mensen, voorwerpen, rituelen, tradities en plaatsen daarbij een rol spelen. 

Tijd Voor Afscheid is een project van Dienst Diversiteit en de Erfgoedcel van de Stad Brugge, FMDO, Vormingplus regio Brugge, Stedelijke Academie Brugge en huisvandeMens. 

 

Via deze weg vonden afscheidsrituelen uit negen levensbeschouwingen hun weg naar de Grote Verzameling!

 

Afbeeldingen: v.l.n.r: Rooms-Katholieke Kerk © Lieven Soetaert; Verrijzenisicoon © Bernard Peckstadt; Afscheidsdienst in de pinkstergemeente © Guy De Temmerman

 

Volgens de Rooms-Katholieke Kerk
Wanneer iemand gestorven is, gaat de priester, diaken of gebedsvoorganger langs bij de familie. Een kerkelijke uitvaart vindt altijd plaats in een katholieke kerk. Het leven na de dood is de kern van elke afscheidsviering. Ieder ritueel heeft een eigen plaats tijdens de uitvaartdienst: het zegenen van de kist of de urne bij het binnenkomen, de begroeting, het aansteken van de kaarsen aan de paaskaars, een lezing uit Jezus’ evangelie, de offerande of begroeting van het naamkruisje, de afscheidsgebeden met besprenkeling van wijwater en wierook. Jaarlijks is er op 2 november Allerzielen, een viering van alle overledenen van het voorbije jaar. Als aandenken aan de overledene ontvangt elke familie een houten naamkruisje, een gedachteniskaarsje of -kaartje… Velen gaan in die novemberdagen ook de begraafplaats bezoeken. Lees hier meer over afscheid nemen volgens de Rooms-Katholieke Kerk

 

Volgens de Orthodoxe Kerk
Onmiddellijk na het sterven of voor de kist wordt gesloten, bidden gelovigen samen met de dichte familie het Trisagion. De hymne van het Trisagion is die van de aartsengelen ter ere van de Heilige Drie-eenheid. Daarna wassen ze het dode lichaam met olie en wijn en wikkelen ze het in een wit doek. We plaatsen meestal een icoontje bij de overledene in de kist.  De dienst wordt bijna volledig (a capella) gezongen door het koor. Aan het eind van de dienst geven alle aanwezigen een afscheidskus op het icoon en eventueel ook op de kist. Dan wordt er olie, wijn en wierook over de kist gegoten. Soms, wanneer de familie daarvoor heeft gezorgd, wordt ‘koliva’ op de kist gestrooid. Dat is een graanschotel die symbool staat voor eeuwig leven. Lees hier meer over afscheid nemen volgens de Orthodoxe Kerk

 

Volgens de pinkstergemeente
Bij een afscheid volgt men in de pinksterbeweging geen vaste rituelen of gebedsteksten uit een boek, maar er wordt zoveel mogelijk spontaan gebeden. Er is altijd een uitvaartdienst, die in het kerkgebouw of in een andere zaal gehouden wordt. De kist van de overledene wordt vooraan in de zaal geplaatst. De dienst bestaat steeds uit een welkomstwoord, een aantal gebeden, getuigenissen of lofbetuigingen, gezangen, een preek en een zegenbede. Er worden eveneens een aantal liederen gezongen. Dat laatste, de samenzang of het samen zingen van liederen, vormt een essentieel element van de geloofspraktijk van Pinksterchristenen. Lees hier meer over afscheid nemen volgens de pinkstergeemeente

 

Afbeelding: Afscheidsdienst bij de Anglicaanse Kerk © Karen Nwaekwe

 

Volgens de Anglicaanse Kerk
Het Book of Common Prayer (of the Common Worship) biedt inspiratie en richtlijnen voor gebed en verering van God bij alle gelegenheden, inclusief sterf- en begrafenisrituelen. Die gebeden begeleiden de stervende in het geloof en de hoop op verrijzenis en bieden troost aan de nabestaanden. De Anglicaanse eredienst maakt vaak gebruik van hymnes en koorzang, zowel live als opgenomen muziek. Na een welkomstwoord volgen gebeden, eerbetoon, psalmen, Bijbellezingen, de preek en afsluitende gebeden. In de preek wordt het leven van de overledene besproken, maar ook het christelijke leven, het geloof in God en het belang ervan voor alle aanwezigen. Lees hier meer over afscheid nemen volgens de Anglicaanse Kerk

 

Afbeeldingen: v.l.n.r: Huisaltaar bij het zenboeddhisme © Ivo Libbrecht; viering in de Protestantse Kerk © Patrick Desmarets; Afscheidsdienst binnen het vrijzinnig humanisme © Anneflor Vanmeenen

 

Volgens het zenboeddhisme
Voor  een boeddhistische uitvaart wordt de overledene traditioneel gekleed in een kimono, het onderkleed zoals van de monnik of non. Het lichaam wordt in Parinirvana gelegd, de houding waarin Boeddha stierf. In die houding ligt de overledene op zijn/haar rechterzijde met de rechterhand onder het hoofd en de linkerhand op de linkerzijde. Het staat symbool voor totale onthechting aan deze wereld. Na de uitvaart neemt de familie de urne of een deel van de as mee naar huis en plaatst die met een klein naamplaatje bij het huisaltaar. Lees hier meer over afscheid nemen volgens het Zenboeddhisme

 

Volgens de Verenigde Protestantse Kerk
Elke uitvaart kent vaste onderdelen, eigen aan de protestantse eredienst. De dienst begint met het plechtig binnendragen van de kist onder begeleiding van orgelspel. Het is belangrijk dat het hoofd van de overledene naar het kruis gericht is. Daarna volgen votum (een zegenwens) en groet, vaste formuleringen aan het begin van een dienst. Daarnaast is er ruimte voor persoonlijke teksten of poëzie. De belangrijkste onderdelen van de dienst zijn de samenzang en de verkondiging of preek. Daarin klinkt het levensverhaal van de overledene in dialoog met zijn of haar favoriete Bijbelteksten of -psalmen. Het samen zingen, met overgave, is een moment van sterke verbondenheid. Na de uitvaart volgt meestal een maaltijd of koffietafel. Lees hier meer over afscheid nemen volgens de Verenigde Protestantse Kerk

 

Volgens het vrijzinnig humanisme
Vrijzinnig humanisten geloven in het hier en nu. Sommigen zien sterven als terug één worden met de natuur. Anderen leggen het accent op de culturele of sociale prestaties die iemand tijdens zijn leven heeft achtergelaten, als sporen waarin hij of zij blijft voortbestaan. Zelfbeschikking staat voorop: voor vrijzinnig humanisten is alles een optie, zolang het aansluit bij de persoonlijke wensen en waarden van iemand. Rituele handelingen lopen uiteen. De familie steekt kaarsjes aan of legt bloemen. Kindertekeningen en persoonlijke teksten komen ook aan bod. Lees hier meer over afscheid nemen volgens het Vrijzinnig Humanisme

 

Afbeeldingen: (rechts) De witte lijkwade waarin moslims begraven worden © Tayfun Veli Arslan ; Ganesha de hindoegod met het olifantenhoofd (onder het stolpje), tweemaal Boeddha rechts achteraan de hindoegodin Lakshmi © Joost Goethals (links)

 

Volgens de islam
Na de dood wordt het lichaam met zeep schoongemaakt. Dan volgt de rituele wassing (ghusl) door drie of vier personen, liefst familieleden. Vervolgens wikkelen ze het lichaam losjes in een doek van eenvoudig wit katoen en besprenkelen we het met parfum. De gelovigen leggen het lichaam met het hoofd naar rechts in de kist. Hierna zeggen we het dodengebed, Djazanah. Dat is een kort gebed dat iedereen kan meebidden. Het gebeurt ter plaatse, in de moskee of op de begraafplaats en waar het liefst zoveel mogelijk mensen bij zijn. Lees hier meer over afscheid nemen volgens de Islam 

 

Volgens het hindoeïsme
Hindoes geloven in reïncarnatie: wanneer iemand sterft, gaat de ziel over naar een ander lichaam. De ziel is onsterfelijk en wordt telkens herboren. In aanwezigheid van de familie wordt het lichaam besprenkeld met water of met een mengsel van boter, melk, yoghurt en honing, om het te zuiveren. Dode mannen krijgen witte kledij, vrouwen rode. De vaste rouwperiode duurt dertien dagen. Elk jaar organiseert het kind (vaak de zoon) van de overledene voor de familie een herdenkingsceremonie op de sterfdatum. Dan komt iedereen bijeen om de dode te herdenken, te bidden en te vasten. In België strooien hindoes de as meestal op zee uit. Lees hier meer over afscheid nemen volgens het Hindoeïsme