Godelieveprocessie Gistel
Meer dan duizend vrijwilligers uit Gistel en de wijde omgeving beelden in achttien taferelen het leven, de marteldood, de heiligverklaring en de verheerlijking van Godelieve uit. De processie ter ere van Godelieve maakt onderdeel uit van de zogenaamde Godelievedagen, de periode tussen 6 en 30 juli. Heel wat pelgrims komen dan naar de Godelieve-abdij (de plaats waar Godelieve is vermoord) en naar de kerk (de plaats waar haar relieken rusten). De zaterdag voor de processie wordt in de kerk van Gistel een speciale misviering gehouden.
Hoewel de Godelieveprocessie religieus van oorsprong is, verdwijnt het geloofsaspect langzamerhand. Het verbindend aspect van de processie wordt dan weer des te belangrijker. Voor heel wat Gistelnaren is de processie de gelegenheid bij uitstek om met de familie samen te komen en in de namiddag naar de processie te gaan kijken of er effectief aan deel te nemen of mee te werken. Na de processie is er een groot volksfeest.
Oorsprong en evolutie Godelieveprocessie
De heilige Godelieve werd in het midden van de elfde eeuw geboren in Londesvoorde (nu Wierre-Effroy, Frankrijk). Volgens de legende werd Godelieve op jonge leeftijd uitgehuwelijkt aan de heer van Gistel. Een gelukkig huwelijk was het niet, hij toonde geen interesse in Godelieve. Erger nog: hij haatte en vernederde haar. Na een geveinsde verzoening liet hij haar in 1070 wurgen, waarna ze werd ondergedompeld in een poel. Ongeveer veertien jaar na de dood van Godelieve stuurde de toenmalige bisschop de monnik Drogo naar Gistel. Vermoedelijk aan de hand van nog levende getuigen noteerde hij haar levensverhaal en de mirakelen die gebeurden na haar dood. De bisschop verklaarde haar op basis van deze levensbeschrijving heilig op 30 juli 1084. In de loop van de twaalfde eeuw werd op de plaats van de misdaad een benedictinessenabdij gesticht. De relieken van Godelieve rusten in twee schrijnen in de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw-Ten Hemel Opgenomen in Gistel. De eerste melding van de Godelieveprocessie dateert uit 1459. Hoe de processie er toen precies uitzag, is niet geweten.
De kern van de huidige processie werd gelegd in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen werd er een processiecomité opgericht. Voor de ontwerpen van de kostuums, wagens en rekwisieten werd beroep gedaan op de kunstenaar Jos Speybrouck (1891 – 1956). Een tweede grote vernieuwing volgde in de tweede helft van de jaren zestig. Deze nieuwe processie werd ontworpen door kunsthistoricus Frans Vromman en kunstenaar Arno Brys met historisch advies van de toenmalige deken van Gistel, Stefaan Gyselen (1915 – 1997). Om de aansluiting met de samenleving te behouden volgden er in de jaren nadien regelmatig veranderingen, zoals het introduceren van nieuwe taferelen en elementen en het schrappen van ‘Sint’ in de naam van de processie. Ook het huidige processiecomité streeft verder naar regelmatige vernieuwing.