Mime spelen

Mime is een theatervorm waarbij acteurs een verhaal non-verbaal uitbeelden. Het draait om het gebruik van lichaamsbeweging en gezichtsuitdrukking om emoties en verhalen over te brengen. Het verhaal kan uiteenlopende vormen aannemen: serieus, tragisch, maar ook humoristisch.

De mimespeler heeft geen vaste outfit. Sommigen kiezen ervoor hun gezicht wit te schminken, met zwarte wenkbrauwen en rode lippen. “Ook de witte clown in het circus en acteurs uit de stille film, zoals Charlie Chaplin, Buster Keaton en Harold Lloyd, maakten hun gezicht wit”, vertelt mimespeler Carlos ‘Carloconi’ Decoene. “Zo kan je je gelaat accentueren en expressiever maken.” Toen hij deel uitmaakte van het Sabbattini-gezelschap poederde hij zijn gezicht, maar zodra hij solo ging werken liet hij dat achterwege. Mime is echter veel meer dan wat hierboven beschreven staat: het is een veelzijdige kunstvorm die de verbeelding prikkelt en grenzen van taal overstijgt.

Tijdens het opgroeien ontwikkelt de mens een bewustzijn van tijd, ruimte en de vormen in de omgeving. Mede door zich te kunnen bewegen, ervaren wij het werkelijke driedimensionale karakter van voorwerpen en zo hun vorm. Dit gebeurt ook door het voorwerp te bevoelen. Vaak om zich te oriënteren naar de aard van het voorwerp. Mime, afgeleid van het Griekse mimèsis (nabootsing), versterkt dit proces. Om vormen met het lichaam uit te beelden, is een scherp bewustzijn nodig van de vormen in de wereld. Tegelijk stimuleert mime dat bewustzijn: denkbeeldige vormen worden omgezet in expressieve bewegingen. Zo draagt mime bij aan de ontplooiing van vormenbewustzijn en vergroot het vermogen om vormen te suggereren tijdens  de bewegingsexpressie.

Veelzijdige kunstvorm

Mime is een vorm van bewegingsexpressie die enorm veelzijdig is. Mimekunstenaar Marcel Hoste (1912-1977) vatte het als volgt samen:

  • “De mime is gegroeid uit de edele kunst van de dans.
    De mime gaat arm en arm met het ballet,
    Reikt de hand aan het theater,
    Vrijt met de kinematografie en
    Knipoogt naar het circus en de acrobatiek.”

Voor Carlos zijn er twee zaken die hem aanspreken in mime: de stilte en het lichaam als dramatisch instrument. “De stilte omdat dat de grondslag, de basis is waaruit je vertrekt. Daarnaast en gelijktijdig moet het lichaam getraind worden. Het lichaam kan op enorm veel verschillende wijzen gebruikt worden om ideeën, emoties, situaties, concepten of boodschappen te vertolken.” Om die verhalen uit te beelden, is ook inlevingsvermogen nodig: “We moeten ons tijdens de mime inleven in een gevoel of moment. In die zin bevordert de mime empathie, omdat we in ons ‘uit’beelden altijd een bepaalde situatie of gevoel ‘in’beelden.”

Daarnaast is mime voor Carlos een vorm van onthaasting en therapie. Er is immers veel concentratie en beheersing nodig om mime te spelen.

Techniek, improvisatie en creativiteit

Om een verhaal met je lichaam uit te beelden, heb je een goede techniek nodig. Je moet controle hebben over de verschillende onderdelen van je lichaam: hoofd, hals, borst, lenden, bekken en onderste ledematen. Verder moet je in jouw bewegingen accenten, punten, stops, pauzes leggen. Al die elementen moeten goed getimed zijn. De bewegingen van een mimespeler moeten even duidelijk zijn voor het publiek op de eerste als op de laatste rij.

Minstens even belangrijk als de techniek zijn improvisatie en creativiteit; zo niet het belangrijkste. Die elementen zijn immers essentieel om je acts vorm te kunnen geven. Als er iets in het theater gebeurt – bijvoorbeeld dat het licht gedeeltelijk uitvalt, of dat er een reactie komt van het publiek – dan moet je creatief kunnen denken en daarop inspelen. En dat gaat makkelijker naarmate je jouw voorstelling beter kent, vindt Carlos: “Als je act zodanig doorgespeeld en getraind is dat je precies weet wat wanneer gebeurt, dan heb je mentaal de ruimte om te improviseren.”

Creatieproces van een (humoristische) mimevoorstelling

Het maken van een mimevoorstelling begint met het bepalen van het onderwerp, het thema waarrond je wil werken. Je kan bijvoorbeeld vertrekken van een tekst – zo maakte Carlos een voorstelling op basis van kortverhalen van de Franse poëet Jean Cocteau – of van een situatie – zoals ‘De Visser’, uit Carlos’ klassiek repertoire, die zijn bewaardoos vergeet.

Mime is niet noodzakelijk humoristisch. Je moet eerst nadenken welke boodschap je wil brengen en welke richting je uit wil gaan met jouw verhaal. Wil je er humor inbrengen, dan denk je na welke scenario’s grappig kunnen zijn. Met het voorbeeld van de visser in het achterhoofd, vertelt Carlos dat hij aan het brainstormen gaat  om te komen tot wat er allemaal kan gebeuren wanneer iemand gaat vissen. Bijvoorbeeld: de visser heeft moeite om een denkbeeldige vis binnen te halen en uiteindelijk suggereert hij dat een versleten natte schoen uit het water vist en deze pardoes in zijn gezicht krijgt. Of: de visser wil zijn vis opbergen, maar is zijn bewaardoos vergeten en stopt de vis in zijn jas.

Vervolgens ga je nadenken hoe je die scenario’s kan omzetten in bewegingen. Het is al spelend dat je meestal tot nieuwe, frisse ideeën komt – een hoofdkenmerk van de mimekunst. Je speelt een aantal scenario’s, past dingen aan, speelt opnieuw, er ontstaan nieuwe ideeën en verbindt dingen met elkaar. Tijdens het spelen breng je accenten en stiltes in je bewegingen. En last but nog least ga je snoeien in je verhaal totdat je een compact geheel hebt waarin gags elkaar snel opvolgen en leiden tot een pointe.

Daarna kan je try-outs spelen voor een select publiek, met licht en geluid erbij. Achteraf evalueer je, bevraag je de toeschouwers naar hun bevindingen en luister je naar hun reacties. De laatste fase is de bijsturing en het afwerken van jouw productie. Vervolgens ga je op zoek naar speellocaties. Op de dag van de première  zijn timing en planning belangrijk. Je moet zorgen dat je rustig en zonder stress naar een voorstelling kan toewerken. Je komt toe op de locatie, gaat alle decorstukken en attributen klaarleggen, doet een doorloop met de technici, “en daarna ‘merde’”.

Bewegingsexpressie door de eeuwen heen

Bewegingsexpressie is van alle tijden. Al in de prehistorie bootste men dieren na om ze te benaderen en te doden. In het oude Griekenland werden verhalen uit de mythologie en het dagelijks leven vaak gezongen, terwijl een speler het verhaal uitbeeldde. Daar waar de Grieken het accent legden op het woord, hadden de Romeinen meer aandacht voor het gebaar. In de 1e eeuw v.Chr. ontwikkelden Pylades van Cicilië en Bathyllus van Alexandrië respectievelijk het tragische en het komische mimespel tot een volwaardige kunstvorm. Het mimespel floreerde onder diverse Romeinse keizers, maar werd uiteindelijk verboden door kerkvaders en keizer Justinianus in de 6e eeuw na christus vanwege morele excessen. Toch bleef mime voortleven in volkse vertoningen op pleinen en markten, en door troubadours en minnezangers die hun liederen begeleidden met dans en mime. In de 16de eeuw ontstond in Italië de commedia dell’arte, een vorm van improvisatietheater waarbij voorspelingen op actuele gebeurtenissen en personen werden aangevuld met visuele grappen, acrobatische capriolen, muziek, dans en mimespel.

In de 19e eeuw werd Jean-Gaspard Deburau (1796-1846) beroemd als de eerste witte Pierrot, een icoon van de mimekunst. Met de stomme film groeide Charlie Chaplin (1889-1977) uit tot de grootste mimespeler aller tijden. Étienne Decroux (1898-1991) legde de basis voor de moderne Mime Corporel, een dramatische bewegingskunst geïnspireerd door dans, sport en beeldende kunst. Halverwege de 20e eeuw brachten Decroux’ leerlingen Jean-Louis Barrault (1910-1994) en Marcel Marceau (1923-2007) de mime opnieuw onder de aandacht. Marcel Hoste (1912-1977) – leerling van Marceau - wordt beschouwd als de pionier van de klassieke  mime in Vlaanderen.

*Deze inzending kwam tot stand met hulp van CEMPER, Centrum voor Muziek-en Podiumerfgoed, op basis van een gesprek met mimekunstenaar Carlos ‘Carloconi’ Decoene. Humor, het Erfgoeddagthema van 2026, vormde de aanleiding tot deze inzending.

Carlos Decoene als mimespeler | © Carloconitheater vzw