Bouzouki spelen
Vier dubbele ijzeren snaren, gestemd in “re la fa do”, gespannen over een half-eivormige klankkast en verder over een arm van één meter lang. Dat is de huidige bouzouki, een instrument met een bewogen geschiedenis.
Zijn voorgangers stammen uit het Middellandse Zeegebied. 3000 jaar geleden speelde men er de pandoura, een antiek snaarinstrument. De Turkse bağlama uit de familie van de langhalsluiten ging vermoedelijk de antieke bouzouki vooraf. De snaren daarvan waren vervaardigd uit darm van dieren. Dit bracht een redelijk doffe klank voort.
In 1923, tijdens de verplichte volksuitwisseling waarbij de Grieks-Orthodoxen uit Turkije naar Griekenland moesten verhuizen, meer bepaald naar de regio rond Piraeus en Athene, verhuisde de bouzouki mee. Hij telde toen drie dubbele snaren, gestemd in “re la re”. De vorm evolueerde: de arm werd langer, de klankkast breder en dieper, en darm werd vervangen door ijzer.
Na WOII kwam de viersnaar. Oorspronkelijk gestemd in “Re La Re La” en in 1958 door Manolis Chiotis naar “Re La Fa Do” gebracht. De evolutie naar de meest zuivere en heldere klank binnen de snaarinstrumenten was zo in gang gezet.
Aangekomen in Griekenland bezongen de migranten, begeleid door een bouzouki, hun dagelijkse miserie, het slechte leven in hun nieuwe heimat. Ze speelden liederen rond rebellie tegen de staat en over het vinden van soelaas bij vrouwen en drugs. Ze werden als marginale en louche figuren aanzien. Onder het regime van dictator Metaxas van 1936 tot 1941 mocht er zelfs geen bouzouki meer gespeeld worden of je vloog de gevangenis in.
Toch kon de bouzouki de tand des tijds doorstaan. Markos Vamvakáris was de eerste bouzouki speler die tussen 1932 en 1960 meer dan 200 nummers vastlegde op 78 toerenplaten. Hij wordt gezien als de patriarch van de rebetiko.
De bouzouki was een solo- en hoofdinstrument. Vassílis Tsitsánis voerde de tweede bouzouki-stem in. In de jaren vijftig introduceerde componist Mikis Theodorákis de bouzouki in het klassieke orkest. Dit liep niet van een leien dakje. Vioolspelers weigerden te spelen met deze ‘niet geschoolden’. Theodorákis zette door. De bouzouki groeide uit tot het meest geliefde en emblematische instrument van Griekenland. Nochtans is het pas recent officieel erkend als klassiek instrument en opgenomen in het studieaanbod van de Griekse muziekacademies.
Bouzouki leren is moeilijk. Je hebt wel tien jaar nodig om goed te spelen. Het tempo van de muziek ligt altijd hoog. Je speelt enkel met een plectrum, een plat stukje plastic. Je vingers moeten hieraan wennen. Je moet de vele verschillende genres, de liederen en de tien à twaalf toonladders leren. Ter vergelijking: de gitaarspeler hanteert meestal twee toonladders, majeur en mineur. Een virtuoos speelt alle tonen heel zuiver en heel snel. En vooral, hij legt al zijn gevoelens in het instrument. Griekse muziek is heel emotioneel.
Hoe zit het dan met de bouzouki in Vlaanderen? Wel, de bouzouki belandde hier in de jaren twintig,via bootarbeiders en handelaren die in de Antwerpse haven aanmeerden en later ook via de mijnwerkers. Ze speelden in cafés waar Grieken samenkwamen, de zogenaamde bouzoukia’s, waarvan de bekendste de Koumiotis in Antwerpen was.
Voor een Griek lijkt een doop-, trouw- of ander groot familiefeest zonder muziek op een begrafenis. Van oudsher en zelfs met het kleinste budget zorgt hij voor minstens één muzikant op het feest. En dat is de bouzoukispeler, die eveneens zingt.
Mijn vader, een telg uit een familie met heel wat bekende spelers, arriveerde in België in 1958 en leerde hier mijn moeder kennen, een Griekse zangeres. België telde toen een tiental spelers. De grootste namen, waaronder zanger, componist en bouzouki speler Loukas Daralas -vader van de bekende Giorgos Dalaras-, kwamen hierheen met de trein, de Akropolis Express en werden door mijn vader en de andere muzikanten begeleid.
In 1964, toen de film ‘Zorba de Griek’ uitkwam, geraakten de Belgen in de ban van de lichtere Griekse muziek. Ze werden de nieuwe bezoekers van de bouzoukia’s en de Griekse restaurants, waar live muziek haar intrede had gevonden.
Als kind ging ik met mijn ouders naar al hun optredens doorheen België. Op vijfjarige leeftijd wist ik al dat ik bouzoukispeler wilde worden. ‘Het instrument was groter als het manneke’, maar ik beet er mij in vast. Als vijfjarige stond ik voor het eerst op het podium. Deze passie heb ik nog steeds en ik wil ze graag doorgeven.
Ook mijn dochter en zonen hebben talent voor muziek. Hun muzikale interesse ontstond op zeer jonge leeftijd, door mij en anderen te horen spelen. Op een dag leerde ik mijn kinderen een liedje, ‘O Horos ties Sakena’, op een kleine bağlama, die ik liet restaureren. Het enige erfstuk van mijn grootvader. Toen waren ze vertrokken: gitaar, cello, viool,... Pas nadien, tijdens een tribute aan George Zambetas in samenwerking met vzw I ellines en muziekgroep Hijaz, groeide bij Michael de interesse voor bouzouki. We speelden toen tweestemmig bouzouki, gefuseerd met jazz-invloeden.
Samen met Dimitris Tsimbiropoulos richtte ik in 2000 vzw I Ellines op. Het doel van deze vzw is om de jongere generatie muzikanten op vrijwillige basis alle genres, instrumenten en zang van de Griekse muziek te leren kennen en hen te motiveren om hierin verder te gaan. De vzw biedt een repetitieplaats aan naargelang de regio waar ze verblijven, en al het nodige materiaal, zoals micro’s, instrumenten en vervoer. Ze krijgen ook de kans om op te treden op concerten of in restaurants, zoals de Amvrosia Cousine in Antwerpen, waar op regelmatige basis jamsessies worden georganiseerd. Iedereen is welkom op deze sessies en mag meespelen. Deze jongeren volgen allemaal verschillende muzikale opleidingen, van klassieke muziek en opera, tot jazz en pop. Na hun studie kiezen sommige jongeren voor het leven in België. Degenen die teruggaan naar Griekenland blijven meestal Griekse muziek verder spelen.
In Griekenland is rebétiko weer helemaal in. Talrijke jongeren, zowel jongens als meisjes, leren bouzouki spelen. Ze hebben hun eigen prachtige manier gevonden om de rebétika liederen, deze 100 jaar oude muziek, te vertolken. Zij slagen erin om er sterke emoties in te leggen. Authentieke Griekse muziek gaat immers door merg en been!
*Deze inzending kadert binnen het project ‘IN ΣKIPPERΣTREET’. Op zoek naar sporen van Griekse zeemannen en hun aanhang in het Antwerpen van de 20e Eeuw. Een initiatief van POLYNIKIS vzw.