VLAANDEREN: RIJK AAN AMBACHT, VAKMANSCHAP EN TECHNIEK
26 maart 2024Vanaf januari 2022 gingen ETWIE, Bokrijk | Vakmanschap en Erfgoed en Werkplaats immaterieel erfgoed aan de slag om de diversiteit aan immaterieel erfgoed van ambachten, vakmanschap en technieken zichtbaar te maken op de Grote Verzameling.
Heel wat mensen registreerden hun tradities op immaterieelerfgoed.be, al dan niet met een helpende hand van een Erfgoedcel of erfgoeddienstverlener. Zo kwamen we tot mooie beschrijvingen van erfgoed dat leeft en beweegt.
De campagne liep langer dan voorzien en werd afgesloten in januari 2024. Maar liefst 48 erfgoedgemeenschappen registreerden in die tijd hun immaterieel-erfgoedpraktijk.
Grosso modo kunnen we zeggen dat:
- Achttien inzendingen voornamelijk onder het domein ambacht, vakmanschap en techniek ressorteren.
- Twaalf inzendingen linken hebben met het domein muziek en podiumkunsten.
- Vier inzendingen ook onder feesten, rituelen en sociale gebruiken vallen.
- Negen inzendingen gelinkt zijn aan natuur en landbouw en dat
- Vijf de smaakpapillen in werking doen treden.
Houtdraaien, het maken van vulpennen of Piñata's, het schilderen van decordoeken, het opzetten van vogels en het maken van mattentaarten, …
Ontdek de erfgoedpraktijken en wie ze doen!
Hieronder vind je ze allemaal samen. De volgorde is willekeurig.
Voeg je ook nog graag jouw erfgoed toe? Dat kan nog steeds! Registreren doe je via dit formulier. Met vragen hierover kun je terecht bij sarah@werkplaatsimmaterieelerfgoed.be.
Ambacht, vakmanschap en techniek
Tijdens de Art Nouveau-periode stond België gekend om haar tegelfabrikanten die prachtige producten maakten. Vandaag zijn een deel van die tegels aan vervanging toe, maar ze zijn niet meer te vinden dus is reproductie aan de orde.. Het maken van een tegel vergt telkens een volhardend onderzoek om de glazuurformules, het krimppercentage van de klei en de kleur voor en na het bakken te ontrafelen.
Charlot De Bisschop heeft een passie voor de pracht en praal van oude tegels. Toen ze hoorde dat nog maar één persoon in België dit ambacht uitoefende, specialiseerde ze zich tijdens haar opleiding Conservatie en Restauratie in de wereld van de keramische tegel.
Bij patroontekenen op keramiek gebeurt alles met de hand. Een patroon wordt uitgedacht, geschetst en uitgetekend. Vervolgens worden de sjablonen gemaakt en uitgesneden. Deze vormen elk een onderdeel van het patroon. De kleuren worden handmatig op de klei getamponneerd. Als laatste stap bakt men het keramiek. Indien nodig krijgt de keramiek een laag glazuur en wordt ze voor de laatste keer gebakken.
Cathy Descamps specialiseert zich in het bedrukken en maken van patroontekeningen op keramiek. Via een beurs van de Vlaamse overheid voor het doorgeven van vakmanschap kwam Cathy in contact met Margot Billiet, een meester.
Het Letterkappen is een ambacht waarbij manueel, met hamer en beitel, letters in steen worden gekapt. Er komen heel wat stappen bij kijken: van het tekenen en ontwerpen van letters en symbolen, tot het overtekenen op de steen, het voorbereiden van de steen en het kappen zelf. De kennis van verschillende steensoorten is belangrijk. Na het kappen kunnen de letters worden verguld of ingeschilderd.
Filip Martin werd letterkapper vanuit zijn interesse in beeldhouwen én in het geschreven woord. Hij is voltijds professioneel letterkapper en steenbewerker.
Tatoeëren is een ambacht met een rijke geschiedenis. Verschillende stammen, culturen, religies, … gebruiken het lichaam al sinds mensenheugenis als canvas. Tatoeëren heeft een technisch aspect, maar is ook een spirituele en een gevoelsmatige aangelegenheid. Het spirituele en symbolische dat gepaard kan gaan met een tattoo, maakt dit ambacht compleet.
Tattoo Tanne was in de jaren 1990 in België een van de weinige vrouwelijke tatoeëerders. Ze reisde de hele wereld rond met haar tattoo-gun in de rugzak en leerde zo nog meer tradities kennen. Ze leert nog steeds bij van anderen en geeft het ambacht door.
Elk stuk dat een ambachtelijk houtdraaier maakt, is volledig met de hand vervaardigd. Het hout wordt vormgegeven met behulp van een draaibank. Houtdraaien vereist naast vakmanschap, ook begrip van houtsoorten, gereedschappen en precisie. Elke ambachtsman ontwikkelt zijn persoonlijke stijl. Daardoor heeft elk product zijn variatie en eigen karakter.
Jean-Pierre Provost maakte kennis met het houtdraaien in 1978 en kwam terecht in de ateliers van Victor Nerinckx en Jean Goethuys. Vandaag geeft Jean-Pierre zelf het vakmanschap door.
Houten voorwerpen kan je met de hand maken, maar veel voorwerpen kan je ook maken met behulp van een draaibank. Dat is ‘snijdend houtdraaien'. Houtdraaien is een kunstambacht: dit houdt in dat er ‘kennis’, ‘kunde’ en ‘kunst’ moet aanwezig zijn. De kennis, de technieken en de vaardigheden worden aangevuld met het creatieve, het ontwerpen.
Robert Piccart legt zich toe op het aanleren van het snijdend draaien en was meester via een beurs van de Vlaamse overheid voor het doorgeven van vakmanschap.
(Her)stofferen is een ambacht waarbij je creatief omgaat met verschillende weefsels. Redenen om te restaureren of te herstofferen kunnen zowel emotioneel als rationeel zijn, en recycling en/of upcycling. Het ambachtelijk stofferen van een zitmeubel met hoofdzakelijk natuurlijke materialen wordt manueel gedaan. Er komen verschillende stappen en technieken aan te pas en gebeurt met behulp van specifiek gereedschap. Ambachtelijk stofferen is behoorlijk intensief, tijdrovend en vaak ook duurder.
Bie Debevere is meubel stoffeerder en leerde het ambacht in een omscholingstraject.
Een van de karakteristieke eigenschappen van diamant is de hardheid. Dat betekent niet dat diamant onverwoestbaar is, maar diamant kan enkel met diamant bewerkt worden. Dat proces verloopt via een aantal stadia die de ruwe grondstof transformeren tot elegante edelstenen die wereldwijd juwelen sieren.
Het Kempens Diamantcentrum is een belevingscentrum over de geschiedenis van de diamant in de Kempen. Kempense diamantbewerkers demonstreren er hun ambacht.
In de edelsmeedkunst worden oude technieken gekoesterd en voortdurend geperfectioneerd. Nieuwe technieken vormen een aanvulling. Alles begint bij het ontwerp. Daarna wordt het edelmetaal bewerkt, rechtstreeks op het goud of met de verloren wastechniek, handmatig of gekoppeld aan een digitale technologie. Solderen vormt het meest essentiële en ook moeilijkste moment. Bij het afwerken zijn de mogelijkheden uiteenlopend en die bepalen het uitzicht van het product.
Audi en Kitty van Huis Pauwels-Spaenjers ontwerpen en maken juwelen. Kitty is meester in de technische aspecten van de edelsmeedkunst. Audi richtte de studie ‘Juweelontwerp & Edelsmeedkunst’ op aan de Hoge Kunstschool PXL-MAD in Hasselt.
Goudsmeden is een eeuwenoude techniek die nog steeds op dezelfde manier gedaan wordt. Technieken worden doorgegeven van meesters aan leerlingen, maar heel wat kennis gaat verloren omdat handmatige technieken vervangen worden door digitalisatie. Het ontwerpen van een juweel is het creëren van nieuwe ideeën. Het uittekenen kan met de hand of computer gebeuren.
Voor heel wat mensen vroeger en vandaag heeft een vulpen (een pen met een inktreservoir) een bijzondere betekenis. Er bestaat geen opleiding tot vulpenmaker. Om een vulpen met de hand te maken worden juwelierstechnieken, houtdraai- en metaaltechnieken en steenbewerking gebruikt. Ieder onderdeel behalve de penpunt kan uit hout gemaakt worden. Het maakproces is manueel en er worden geen vormen of mallen gebruikt.
Andy en Laura maken vulpennen uit hout.
Kloskant wordt met de hand tot een motief geweven. In Vlaanderen wordt vandaag in tientallen organisaties geklost. Hedendaagse kantkunst vraagt durf en fantasie én je moet de traditionele technieken beheersen. Kant als kunstvorm kan ook andere materialen bevatten. Het is zoeken en experimenteren. Zo omarmt het kantklossen vandaag opnieuw een hedendaags imago.
Christiane Van Biesen richtte de Kan’t-academy op: een atelier waar cursisten de traditionele kanttechnieken leren en worden aangespoord om ze vrij te interpreteren.
Kant is een weefsel dat ontstaat door het verbinden van draden volgens een ritmisch patroon van kruisen en wringen. Kantklossen is een tijdsintensieve techniek waarbij je gebruikmaakt van een kantkussen, draden, een patroon en klosjes met garen. Bij kantklossen werk je met drie basisslagen: de linnenslag, de halve slag en de gewrongen slag. Oude kanttechnieken zoals het Vlaanderse Kant, combineert men met nieuwe materialen en uitdrukkingsvormen zoals wol, synthetische of dikkere garens.
Inge De Zutter geeft zowel klassieke als hedendaagse kant aan de Stedelijke Academie in Brugge. Ze focust op hedendaagse aspecten en evolueerde vanuit de traditie naar experiment.
Naast breien, haken en naald- en kantwerk is handweven één van de bekendste en meest beoefende handwerktechnieken. Weven is het vervaardigen van een stof door het door elkaar heen werken of binden van twee groepen draden, de ketting- en de inslagdraad, die loodrecht op elkaar staan. De techniek omvat tradities, kennis en vaardigheid.
Handgeschept en handgegoten papier bestaat in verschillende formaten en kleuren. Het is geschikt als drager van tekeningen, drukwerk en schilderijen. Het proces start met het toevoegen van water aan papiersnippers. Voor het scheppen van de velletjes papier moet het badje omgeroerd worden. Die opgeschepte velletjes liggen neer op een doek. Tenslotte worden ze geperst en gedroogd. Op die manier krijgt papier een nieuw leven.
Het papieratelier van Emiliani vzw, een voorziening voor mensen met een mentale beperking, maakt papier op ambachtelijke wijze.
Een Linotype-technieker gebruikt de Linotype-technologie om teksten te zetten en te drukken. De Linotype maakt geen gebruik van losse loden letters zoals de handzetter vroeger, maar giet een ganse regel of lijn tot een tekst via een toetsenbord. Er worden koperen plaatjes gevormd waarin een letterbeeld is gegraveerd. Een linotypist moet een grondige kennis hebben van de werking om storingen op te merken en op te lossen.
Sus Pulmans werkte vijftien jaar als linotypist. Sinds zijn pensioen gaat hij op pad met een Linotype-technieker. Samen zorgen zij ervoor dat Linotype-machines in werkende staat worden onderhouden.
In de middeleeuwen stond naast zowat elke grote boerderij een eigen bakhuisje. Er werd brood gebakken van eigen graan, voor een hele week. Na de Tweede Wereldoorlog ging men brood vaker bij de bakker kopen. De oude ovens raakten in onbruik. Vandaag zijn heel wat mensen op zoek naar lekker en zuiver voedsel. Het restaureren of heropbouwen van oude stenen bakovens zit dan ook in de lift.
Werner Godfroid woont in de hoeve van zijn overgrootouders. Samen met zijn zoon bouwde hij de vervallen bakoven herop. Vandaag geven ze vormingen en bakken ze samen met buurtbewoners en kinderen uit een nabijgelegen school in de oude bakoven van het FeliXart Museum.
Vandaag worden masten vaak van aluminium of high-tech kunststof gemaakt, maar die vallen uit de toon bij houten schepen. Om die reden worden er nog steeds houten masten gemaakt. Traditioneel uit een lange, hoge naaldboom. Daarnaast is er ook de gelamineerde mast. Deze mast is hol en bestaat uit meerdere houten balken die aan elkaar gelijmd worden. Daardoor is de mast heel stevig en bestand tegen invloeden van buitenaf. Het een heuse uitdaging waarbij nauwkeurig rekenen, passen en meten zeer belangrijk zijn.
Ambacht, techniek en vakmanschap binnen muziek en podiumkunsten
Poppen en figuren maken voor het poppen- en figurentheater begint bij een thema of idee voor een voorstelling. De personages worden bepaald en er wordt nagedacht over de eigenschappen van elke figuur. Daar komen heel wat praktische overwegingen bij kijken. Die bepalen het materiaal. Op vlak van technische mogelijkheden en materiaalkeuze groeiden de mogelijkheden aanzienlijk de laatste jaren.
Een draadpop of marionet is een pop waarbij de armen, benen, rug en/of andere lichaamsdelen aan draden hangen. De poppenspeler bedient deze draden van bovenaf en brengt op die manier de pop tot leven. Het maken van de draadpoppen zelf gebeurt volgens twee manieren: vertrekkend vanuit een personage ofwel vanuit een verhaal. Afhankelijk van de maker verschilt het bouwproces, maar grosso modo start de maker bij een concept, voert hij/zij onderzoek naar het onderwerp en bouwt de maker een prototype. Vervolgens maakt de maker de draadpop via verschillende technieken en materialen.
Maarten Janssens leerde het ambacht van meester Samuel Lepetit via een meester-leerlingtraject.
Theaterdecors worden ontworpen door decorontwerpers of scenografen, in nauw overleg met de opdrachtgever, regisseur, kostuumontwerper, techniekers en acteurs of muzikanten. Het decor speelt immers een belangrijke rol in de ervaring van toeschouwers en acteurs.
Karolien De Schepper en Christophe Engels werken als scenografen onder de naam ‘Ruimtevaarders’.
Decordoeken waren een belangrijk onderdeel van theater-, dans- en operavoorstellingen tot de 20ste eeuw. Sindsdien maken ze steeds vaker plaats voor andere vormen van scenografie. Toch raakten ze niet helemaal in de vergetelheid, want moderne prints kunnen de illusie van diepte en de sfeer van geschilderde doeken niet evenaren.
Clownerie is een vorm van poëzie. Een clown wil zijn publiek raken en hanteert een universele taal, waardoor publiek zichzelf herkent in dit personage. Clowns hebben uiterlijke kenmerken zoals schmink en kledij, maar worden vooral herkend via wat ze doen. Clownerie werd traditioneel doorgegeven van vader op zoon, of van moeder op dochter. De laatste jaren zijn er ook steeds meer volwaardige clownopleidingen.
Clown Bram De Laere leerde het vakmanschap van meester Marquis Pauwels via een meester-leerlingtraject.
De draailier is een snaarinstrument waarvan de snaren worden aangestreken door een wiel dat gedraaid wordt. Het bouwen van een draailier is een secuur werkje waar geduld en precisie voor nodig zijn, maar tegelijk is het een toegankelijk ambacht om aan te leren. Door de vele vormen van een draailier, is er geen eenduidig maakproces.
Marc Reymen maakte er zijn hobby van deze oude ambacht te laten herleven en zijn kennis door te geven.
Een luit is een tokkelinstrument waarvan de snaren in paren (koren) worden aangeslagen. Het instrument heeft een bolle rug en een geknikte hals. Doorheen de tijd evolueerde de luit, hierdoor bestaan er verschillende varianten. Een luit wordt uit verschillende soorten hout gemaakt en vereist verschillende gereedschappen gaande van een lintzaag tot een buigijzer.
Charlotte De Ley leerde het ambacht aan het Conservatorium van Gent binnen de opleiding Instrumentenbouw.
Een klavecimbel was het klavierinstrument bij uitstek van de barokperiode en heeft een vleugelvormige klankkast. Het bouwen van een historisch klavecimbel - of een verwant instrument - begint met historisch onderzoek naar een oorspronkelijk instrument dat zal worden nagebouwd. Eerst wordt de klankkast van het instrument gemaakt, daarna de mechaniek erachter en vervolgens het klankblad en de besnaring. Tot slot wordt het klavecimbel beschilderd.
Composietmaterialen zijn vezelversterkte polymeren die ervoor zorgen dat de cello sterker is en minder onderhevig is aan temperatuur- en vochtigheidverschillen. Een ander voordeel is dat je als maker veel vrijheid en mogelijkheden hebt. Bovendien zorgt het voor minder afval. Het bouwproces zelf start bij het uittekenen van een plan en het maken van een vorm. Daarna leg je vlas-, carbon- of glasvezels in de mal en wordt die vacuüm getrokken. Verder voeg je hars toe en verhit je de mal. Wanneer het hars uitgehard is, haal je de onderdelen uit de mal. Tot slot snij je de overschotten af, snij je de klankgaten uit en assembleer je alle onderdelen.
Tim Duerinckx werkt vanuit de traditie van vernieuwing en innovatie in dit ambacht.
Voor het bespelen van een strijkinstrument, zoals viool of cello, heb je een strijkstok - ook boog genoemd - nodig. Het boogbouwambacht staat los van het bouwen van muziekinstrumenten, het vergt andere materialen, gereedschappen en kennis. Naast bouwen doet de boogbouwer ook herstellingen, waarbij een verharing de meest voorkomende is. Hedendaagse uitdagingen voor het ambacht zijn de materialen voor moderne bogen. Ze zijn ofwel schaars, bedreigd, broos of worden ethisch in vraag gesteld.
Rebekka De Backer bouwt bogen voor viool, altviool en cello. Vandaag heeft Rebekka - mede dankzij een VOCATIO-beurs - haar eigen atelier opgericht.
Elektrische (bas)gitaren hebben geen klankkast. Om het geluid hoorbaar te maken, heb je een versterker en een luidspreker (ook gitaarcabinet of speakerkast) nodig. De klank die eruit komt, wordt zowel bepaald door het model van gitaar als door de versterker en door de luidspreker. Het grootste voordeel van handgemaakte luidsprekers is dat je kan kiezen hoe het klinkt. Ook bepaal je zelf de look en feel ervan.
Dries Greeve bouwt luidsprekerkasten vanuit zijn kennis als meubelmaker en zijn interesse in muziek. Onder de naam Cathedral ontvangt hij zowel hobbymuzikanten als professionals.
De beiaard uit de Sint- Gummarustoren bestaat al 300 jaar en telt 52 klokken en weegt 30 ton. Het is de zwaarste 18de eeuwse beiaard van West-Europa. De klanken worden op twee manieren voortgebracht: via een automatisch trommelspeelwerk en via manueel bespelen.
Lier heeft een stadsbeiaardier en organiseert in de Podiumacademie een opleiding beiaard.
Ambacht, techniek en vakmanschap gelinkt aan feesten, rituelen en sociale gebruiken
Strandbloemen uit crêpepapier maken en verkopen is een unieke Belgische traditie. Iedere zomer langs de Belgische kust zie je kinderen 'winkeltjes' opzetten met bloemen die ze zelf hebben gemaakt. Schelpjes zijn het betaalmiddel. Crêpe bloemetjes maken heeft een sociaal en leerrijk aspect. Het brengt generaties samen.
Sandrina Rosseel van Sandbox houdt de traditie in ere, door workshops te geven en deel te nemen aan projecten waarin bloemen van crêpepapier een rol spelen.
In Afrikaanse gezinnen leren de vrouwen de kunst van het haarvlechten in familieverband. De technieken worden overgedragen van moeder op dochter. Ze zorgen voor elkaars haardos door het aanbrengen van sierlijke vlechten in het kroeshaar. Vlechten zijn een sterke representatie van « négritude » en van onze kindertijd. Er bestaan heel wat verschillende soorten vlechten en patronen, die elk een naam, geschiedenis en betekenis hebben.
Liliane groeide op in de Democratische Republiek Congo. Vandaag in België vlecht ze nog steeds het haar van haar dochter.
Bij het woord ‘piñata’ denken we spontaan aan een kleurrijke figuur uit papier-marché waarin snoepjes verborgen zitten. Om al dat zoets te bevrijden, slaan de deelnemers geblinddoekt om beurt met een stok op het papier-marché beeld dat in de hoogte hangt, en dit zolang tot het zich gewonnen geeft en breekt. Toch is een piñata zoveel meer: het plezier bij het kloppen, het proces van de creatie en de symboliek achter het verhaal, geven de piñata een ziel. In Argentinië is het gebruikelijk om op je verjaardagsfeest een piñata te kloppen.
Joana Rossi viert binnen haar gezin verjaardagen met een piñata en houdt de Argentijnse traditie levend. Ze geeft ook workshops piñata maken, waarbij ze veel aandacht schenkt aan ontmoeting en het verhaal achter het gebruik.
In Vlaanderen worden in amper drie gemeenten de grote bronzen klokken van de kerk nog met de hand geluid, Roeselare is er één van. De melodieën ontstaan door de vier klokken die elk een andere toon hebben in een andere volgorde te luiden. Om de klok goed te luiden, moet de klokkenluider aan het touw trekken en het dan door zijn/haar handen naar boven laten glijden.
De Klokkengilde luidt vrijwillig al 100 jaar handmatig de klokken in de Sint-Michielstoren. Via leermeesters wordt de stiel aangeleerd.
Ambacht, techniek en vakmanschap binnen natuur en landbouw
Het ambacht van mandenvlechter is een van de oudste in de wereld. In België worden vandaag de meeste manden geïmporteerd uit lageloonlanden, maar er is nog een sterke cultuur om de ambachten en kwalitatieve lokale producten in stand te houden. Het vlechtmateriaal is de eenjarige scheut (van de wilg die ook wel de “wis” of “wijm” wordt genoemd. Vandaag worden voornamelijk designmanden gemaakt, die in de eerste plaats mooi en uniek zijn.
Lieve Lieckens vlecht al 25 jaar ecologische en duurzame producten met wilgentenen uit de buurt van Lokeren.
Reuzen zijn gewoonlijk gigantische figuren met veel kracht. Ze worden met gigantische poppen gebouwd en tot leven gebracht. Een reus kan uit vlechtwerk gemaakt worden. Het vlechtwerk is zwaar, omdat er gevlochten wordt met dikke wilgentenen, noodzakelijk om de structuur te ondersteunen en om de duurzaamheid van de reus te waarborgen.
Lieve Lieckens vlecht ook reuzen voor reuzengildes, particulieren en stads- en gemeentebesturen. Ze repareert tevens oude reuzen. Lieve werd meermaals uitgeroepen tot ‘Reuzendokter van België’.
Wilg is een zachte, soepele houtsoort, waardoor die al eeuwen gebruikt wordt als materiaal om manden te vlechten. Door de afwisseling van de goed gekozen technieken per onderdeel van een mand, creëer je een sterk en waardevol product.
Jeanny startte in 2013 met de Mandenmakerij 'de Ratelaar'.
Spiraalvlechten is een techniek waarbij droge grashalmen spiraalsgewijs, in de vorm van een slakkenhuisje, rondgewrongen en aan mekaar gevlochten worden. Vroeger werd vaak roggestro gebruikt, maar vandaag vaker rotan of raffia, dat zijn beide planten die elders groeien. Spiraalvlechten is een arbeidsintensief handwerk. De spiraalvlechter heeft geduld, kracht in de vingers en ook een hoge pijnweerstand.
Jordy Skoropinski leerde spiraalvlechten van een tachtigjarige imker. Hij is waarschijnlijk de enige spiraalvlechter die met wilde natuurmaterialen werkt.
In België zijn er vandaag zo’n 5000 imkers geregistreerd. Imkeren kan je leren bij een imkervereniging: je hebt heel wat kennis nodig. In het voorjaar vliegen de winterbijen uit en doen hun winterontlasting. Vanaf maart worden de zomerbijen geboren. In deze periode kijkt de imker de kasten na en verwijdert beschimmelde raampjes. Tussen april en augustus blijft de imker de kasten controleren. Er wordt meestal twee keer per jaar honing geoogst, door de honingramen te slingeren.
Taxidermie, het opzetten of prepareren van dieren, is een ambacht waarbij de taxidermist overleden dieren als levend presenteert. De taxidermist ontdoet het overleden dier van zijn huid en vervult deze op met een kunstlichaam. Het vraagt jaren van training om de techniek te verfijnen en om het opgezette dier anatomisch correct te krijgen.
Ilse Vandeplas is taxidermist en prepareert voornamelijk vogels, af en toe kleine zoogdieren en insecten. Ze geeft vandaag zelf workshops in haar atelier.
Een preparaat is een stukje dierlijk of plantaardig weefsel dat op een bepaalde manier behandeld wordt zodat het met behulp van een microscoop kan onderzocht worden. Technische laboranten leren de techniek al doende, door te oefenen en zichzelf te verbeteren. Ze geven hun kennis al doende door aan studenten en startende collega's. Tips, tricks en nieuwigheden worden internationaal uitgewisseld.
Het Laboratorium voor Evolutionaire Morfologie van de Vertebraten aan de UGent past deze praktijk toe binnen hun werking.
Natuurlijk verven vergt kennis, experiment en oefening. In België kan je verven met delen van planten die hier groeien, zoals de schillen van ui, de bladeren en bolsters van de walnootboom, bijvoet of appelboombladeren. Elke plant en elk textiel vragen andere technieken of materialen om de kleur over te dragen en te fixeren.
Katrien kwam in aanraking met natuurlijk verven tijdens haar studies Textiele Vormgeving in het kunstonderwijs. Vandaag houdt ze het ambacht levend door workshops in haar atelier.
Het traditioneel looien is een ambacht waarbij een rauwe huid, afkomstig van het slachthuis of van de jacht, omgezet wordt in een duurzaam vel leer. Er wordt enkel gebruik gemaakt van natuurlijke grondstoffen. Deze manier om leer te maken, wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt door enkele inheemse volkeren zoals de Sami (Lapland). Dit vakmanschap biedt een alternatief voor de met zware metalen doordrongen producten uit de industriële productie.
Ambacht, techniek en vakmanschap binnen culinair erfgoed
Passata is een vloeibare, stevige tomatenpuree. Het wordt gemaakt van verse rijpe gekookte tomaten die gezeefd en gepureerd worden. Sinds de 19e eeuw bestaat de traditie in Italië. Het emigreerde samen met de steenkoolmijnwerkers naar België begin jaren 1920. De tomaten worden geleverd met een camion uit Abruzzo, een streek waar de San Marzano tomatensoort speciaal gekweekt werd voor passata.
Mundo Rico organiseert workshops waarin de culinaire traditie doorgegeven wordt.
In het begin van de twintigste eeuw namen Italiaanse migranten deze traditie mee naar België. Voor handgemaakte pasta gebruik je enkel durumtarwe en warm gezouten water. Het kneden activeert de gluten in het meel en zorgt voor elasticiteit van het deeg. Daarna rust het deeg minstens een kwartier op kamertemperatuur. Het moeilijkste deel van het maalproces is de pasta vormgeven. De jonge generatie dertigers heeft de techniek van verse pasta maken van de grootouders geleerd.
Het gezin Bussé richtte Mundo Rico op, een kookstudio in Genk waar de pasta-traditie en vakkennis van Italiaanse families doorgegeven wordt.
De befaamde Geraardsbergse mattentaart is genoemd naar het voornaamste ingrediënt, de ‘matten’ -oftewel rauwe, gestremde en uitgelekte koemelk. Het gebakje wordt opgediend bij elke kermis, verjaardag of feest en hoort ook bij de rouwtafel. Het traditionele recept is weinig veranderd over de tijd, maar er wordt weleens geëxperimenteerd met ingrediënten.
Sinds 1999 is Bakker Johan De Froy meester-knape in het Broederschap van de Geraardsbergse mattentaart.
De witloofteelt is niet plaatsgebonden en witloof kan zelfs geteeld worden in het midden van een stad, in je kelder of gewoon op een donkere plek in huis. Die manier van kweken staat bekend als het ‘forceren’ van witloof. Er wordt namelijk tijdens het proces actief ingegrepen in de groei van de witloofwortels.
In de kelder van de Sint-Amanduskerk kan je deze methode van witloof kweken samen met buurtbewoners uitoefenen via het buurtinitiatief ‘Noordlof’.
Vandaag, met het warmere klimaat, kreeg de Sint-Pietersabdij van Gent een nieuwe wijngaard. De wijngaard wordt na de winter gesnoeid volgens de methode ‘guyot double’ en wordt beperkt bemest. Vrijwilligers vlechten de snel groeiende takken in. Bij het oogsten helpen vrijwilligers en de hotelschool. Het druivensap wordt opgeslagen in inoxvaten. De wijnmaker voegt de gisten toe. In de volgende maanden wordt de wijn geheveld totdat deze volledig helder is.
De Wijnmetersgilde VZW staat in voor het verderzetten van de gildetradities, het cultureel patrimonium in de Gildekamer en het beheer van de wijngaard. Daarnaast organiseert de gilde jaarlijks voor meer dan 200 leden een wijnproeverij, een lentefeest, een wijngaardfeest, een daguitstap en een buitenlandse wijnreis.